Columbia High Fidelity LP

De Amerikaanse firma RCA introduceerde de 33 toeren vinylplaat al heel vroeg, namelijk in 1930. Deze "Program Transcription" disc werd echter een commercieel fiasco, vooral door het ontbreken van geschikte afspeelapparatuur voor consumenten en de mindere economische vooruitzichten tijdens de "Great Depression". 

In 1939 pakte Columbia Records de draad weer op, en perfectioneerde onder leiding van Dr. Peter Goldmark de 33-toeren techniek. Op 21 juni 1948 was het zo ver, en werd de moderne LP in New York geïntroduceerd. Eén LP bevatte de inhoud van een aantal 78-toeren platen en werd daarom een "album" genoemd. De 25-cm LP was aanvankelijk het meest populair, maar werd gaandeweg de jaren '50 verdrongen door de 30 cm versie.

In 1951 standaardiseerde de Audio Engineering Society (AES) de afspeelkarakteristiek voor de LP. Deze standaard was bedoeld voor gebruik door fabrikanten van de opkomende High Fidelity versterker apparatuur. Deze standaard kent 2 filters, een 400 Hz laag-op en een 10.000 Hz hoog-af filter. De AES standaard was de voorloper van de RCA Victor New Orthophonic curve, die op haar beurt in 1958 werd vervangen door de gelijkwaardige RIAA karakteristiek.